Heb je nog een ritje
Marknesse - 21-03-2024
Op een dag zit er een klant in de showroom de krant te lezen en koffie te drinken. Op dat moment vraagt de werkplaatschef aan mij, of ik even snel naar Dronten wil rijden om een onderdeel te halen. Nu had ik een afspraak, dus moest ik koortsachtig een oplossing verzinnen.
Uiteindelijk vraag ik aan de klant, die een uurtje moest wachten, of hij bereid was om met een mooie demonstratie-auto naar Dronten te rijden. En dat leek de man wel wat. Toen de man terugkwam, was hij helemaal in zijn element. Als je nog een keer zoiets hebt, mag je me gerust bellen, ik woon toch vlakbij. En prompt hadden we de volgende dag weer zo’n rit, dit keer naar Joure.
Somber van geest
Toen hij weer terug was, besloot ik een kop koffie met hem te drinken. Deze man, laten we hem Jaap noemen, was noodgedwongen met vroegpensioen gegaan. Hij had verder geen hobby’s en hij was somber van geest. Maar zijn auto was zijn alles, en daarom kwam hij nog wel eens aan de zaak. Enkele jaren terug was zijn vrouw overleden, en daar had hij het nog elke dag moeilijk mee.
In de weken daarop belden we Jaap steeds vaker, en de ritjes werden al verder weg. Dat kon variëren van een auto ophalen bij een zieke klant tot het laten keuren van een importauto bij de RDW. Jaap vertelde dat zijn laatste jaren in het onderwijs niet makkelijk waren geweest. Op de school waar hij les gaf, was er moeilijk orde te houden, en de harde hand en gezag was niet aan hem besteed. Uiteindelijk heeft hij in zwaar overspannen toestand de school verlaten, en kwam hij thuis te zitten.
Opbloeien
Naarmate het jaar verstreek, en er wekelijks talloze ritten gedaan werden door Jaap, zagen wij als ‘collega’ de man opbloeien. Hij kwam weer onder de mensen, ging mee als er een personeelsuitje was, en ook op de jaarlijkse barbecue was hij een graag geziene gast. Hij merkte wel eens gekscherend op, dat hij opzag tegen de dag dat er geen ritjes meer waren, of dat hij door ziekte of ouderdom noodgedwongen moest stoppen.
Lid van het team
Als we twee dagen achter elkaar niet hadden gebeld voor een ritje, kwam Jaap vragen of we hem niet vergeten waren. Ik zei voor de grap dat hij beter zijn krant thuis op kon zeggen, en elke morgen bij ons komen voor een praatje, de krant en een kop koffie. Als er dan klanten weggebracht moesten worden, of een auto in het land moest worden gehaald, kon hij gelijk gaan rijden. En dat gebeurde, Jaap werd gewoon lid van het team.
Waardering
Uiteindelijk heeft Jaap bijna 20 jaar, tot zijn 80e jaar, voor ons bedrijf gereden. Toen de man op latere leeftijd overleed was ik op de begrafenis. Ontroerd hoorde ik een oomzegger tijdens de afscheidsdienst vertellen, dat hij zoveel plezier had beleefd aan de vele ritjes voor onze firma, en dat met name ‘het weer onder de mensen zijn’ hem zo goed had gedaan. Dat hij bij ons de waardering voelde, die hij in de jaren op school zo gemist had.
Wij kunnen als bedrijf niet zonder deze mensen, en het wordt vaak onderschat wat het voor de vrijwilliger zelf betekent.
Naar overzicht